Citytrip naar Mons: de culturele hoofdstad van Europa
Vorige week vertelde ik jullie al dat we een familieweekend in Mons (Bergen) hielden. Traditioneel moet er een link...
Wie niet verder kijkt dan de A12 tussen Brussel en Antwerpen, dreigt een prachtig land langs de Schelde te missen. De drukke autosnelweg met haar dichtbebouwde industrie en retail werpt zich op als een muur die je over moet. Maar eens die verkeersader in je achteruitkijkspiegel ligt, opent zich bruisend Scheldeland met haar opmerkelijke geschiedenis en passie voor genieten.
We komen uren, zoniet dagen te kort om alles te zien en te beleven tijdens ons eerste bezoek aan Scheldeland. Het plan was om zoveel mogelijk mee te pikken in 48 uur, maar we besluiten om ons mee te laten drijven op het ritme van de regio. En dat wil zeggen: zoveel mogelijk genieten.
Zaterdagochtend kiezen we voor een wandeling op het Noordelijk Eiland in de Rupelmonding, vlakbij Wintam. Het gezwinde marstempo waaraan we stappen, warmt ons snel op en al gauw nemen we de tijd om eens écht rondom ons te kijken. Het eiland ligt geprangd tussen het Zeekanaal Brussel-Schelde en de Rupel en is een waar paradijs voor vogels. We turen over een stukje wetland waar ruige Heckrunderen, kwetterende ganzen, trotse Konikpaarden en vliegensvlugge, wilde konijnen zich volledig thuis voelen. De verhoogde Rupeldijk biedt een prachtig uitzicht over het ganse eiland met iets verderop de spitse kerktoren van Wintam om het karakteristieke plaatje compleet te maken. Wie goed kijkt, kan ook zonder verrekijker enkele zeldzame vogelsoorten spotten. Maar de echte liefhebbers kunnen zich goed laten gaan in de nabije vogelkijkhut.
Over de Rupel zien we een veerboot oversteken. Een stukje Vlaamse traditie dat wij niet kennen in de droge Kempen. Even balen we dat we te voet langs de kant van de Zeesluis van Wintam zijn overgestoken, maar we beseffen al snel dat we de volgende dag voldoende gebruik zullen maken van de plaatselijke veerdiensten.
De stevige wandeling op het Noordelijk Eiland heeft ons honger doen krijgen. Niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk: hongerig naar natgroen Scheldeland. We rijden naar het centrum van Baasrode om een dubbelslag te slaan.
Op het dorpsplein stappen we eetboutique Boterbloem binnen om ons te laten verrassen door de luxueus, open belegde boterhammen van Charlotte. In 2017 was ze nog geselecteerd voor de Gouden Goesting als een van de beste nieuwe restaurants in Oost-Vlaanderen. Nog meer verrassingen staan ons te wachten in het nabijgelegen Scheepvaartmuseum van Baasrode waar Fernand Van Hoey ons meeneemt in de geschiedenis van Scheldeland en dan meer bepaald de scheepswerven van Van Praet en Van Damme. De twee commerciële en ideologische concurrenten schiepen in de negentiende eeuw mee de geschiedenis van het land. Een historiek boordevol innovatie, rebellie, drama en succes in een natuurlijk knooppunt van Vlaanderen. Het sappige Baasroodse accent van Fernand verklapt een passie en zekere nostalgie naar de hoogdagen van de scheepsbouw, die bijna niet anders dan hier in deze gemeente kon plaatsvinden.
Schepen konden destijds op één hoogtij van Antwerpen tot in Baasrode meevaren. Een ideale plek dus om hun schepen een laatste keer te inspecteren en repareren vooraleer ze dieper de Schelde opvoeren. Van die opportuniteit profiteerden Van Praet en Van Damme om hun scheepswerven groot te maken. De twee concurrenten lagen pal naast elkaar, enkel gescheiden door een dunne, bakstenen muur. In de bitsige strijd om de grootste te zijn, bouwde Van Praet een voor die tijd enorm atelier met de allereerste lopende band. Van Damme beschikte dan weer over een groter getijdendok. Werknemers waren ook expliciet verboden om maar één voet bij de concurrentie te zetten en zelfs een romance tussen een Van Damme en een Van Praet had een hoog Romeo en Julia-gehalte. Gelukkig met een goede afloop! De geschiedenisles van Fernand krijgt een volledige extra dimensie door de goed bewaarde scheepswerven. Vooral het atelier van Van Praet is een pareltje om te aanschouwen. Je stapt pardoes een werkplaats van meer dan 100 jaar geleden binnen. Het lijkt alsof de dagshift er maar net opzat en de werknemers gewoon hun materiaal hebben neergelegd om morgen weer vast te nemen.
Als de wandeling op het Noordelijk Eiland ons al overtuigde van de pracht van de streek, heeft de geschiedenis van Scheldeland ons helemaal ingepakt. We hebben duidelijk een voor ons onbekende parel in eigen land ontdekt en we hebben zelfs nog meer dan 24 uur te gaan!
De wandelmicrobe steekt weer de kop op bij ons en we besluiten richting Buggenhoutbos te rijden. Een prachtig bos met statige wintereiken dat toegankelijk isvoor iedereen. Ook tijdens de natte en koude wintermaanden. Tijdens onze rondwandeling passeren we de Boskapel, de speelzone bij de Konijnenberg en de Eendenput. Een heerlijke wandeling, maar we zijn duidelijk geïnspireerd geraakt door de geschiedenis van deze regio. We praten honderduit over de aloude vete tussen Baasrode en Dendermonde, de karrenvrachten goederen van Aalst naar Brussel en de bijhorende struikrovers in die tijd. En we beelden ons in dat ook hier in Buggenhoutbos zich een roversbende huishield. Maar zij zullen een tochtje door het bos zeker niet beëindigd hebben met een warme chocomelk in een plaatselijke taverne.
We hebben duidelijk genoten van onze eerste dag, maar snakken ’s avonds toch naar een heerlijk warme plek en een uitgebreide menukaart vol lekkers. Iets verderop in Buggenhout vinden we de ideale stek bij restaurant Skov, waar we vriendelijk verwelkomd worden. Het gezellige en moderne interieur met leuke details prikkelt onze zintuigen, net zoals het stomende stoofpotje met Kwak en de salade met geitenkaas die voor ons verschijnen.
De avond eindigt met een plons in de outdoor jacuzzi van B&B ’t Hoogste in Bornem, waar we twee nachten verblijven. Bij een temperatuur van 37°C zien we de wolkenhemel openbreken en de sterren verschijnen. Een goed teken voor onze fietstocht van morgen.
Het zijn Els en Tom van de B&B die ons met een prinsheerlijk ontbijt welkom heten in de nieuwe dag. Een mix van streekproducten zoals verse yoghurt van kinderboerderij de Barelhoeve en tal van eigen creaties uit de keuken vult ons boordevol energie voor een dagje fietsen langs de Schelde. De fietsen staan al klaar op de oprit en na een korte zadelaanpassing zijn we op weg, richting de veerboot Driegoten-Weert.
We kijken naar elkaar met blinkende ogen. Het moet van onze kindertijd geleden zijn dat we nog eens met een veerboot hebben meegevaren. En hier tijdens dit weekend genieten we met volle teugen, ook van de kleine dingen. Na amper een kleine 10 minuten wachten kunnen we onze tocht verderzetten op de andere oever. Die brengt ons via allerlei kleine wegeltjes en paadjes naar de Mirabrug over de Durme.
Dit knap staaltje van industrieel erfgoed is nog altijd een drukbezocht knooppunt voor fietsers en wandelaars en verbindt Scheldeland met het achterliggende Waasland. Een beetje atypisch heeft deze brug haar naam te danken aan het hoofdpersonage in de film ‘De Teloorgang van de Waterhoek’ met Willeke Van Amelrooy en Jan Decleir uit 1971. Een leuk weetje en wij vinden het een prima naam!
We zoeken terug de Schelde op, maar maken eerst een stop in Den Bunt. Dit natte natuurgebied is het gevolg van veelvuldige overstromingen van de Durme en de turfputten die er in de negentiende eeuw gegraven werden. We schuiven aan tafel in een van de talrijke tavernes voor een lunch en hebben een eersteklas uitzicht op de drukbezochte visvijver achteraan.
Van zodra we terug op de Scheldedijk fietsen, trekt het wolkendek een klein beetje open en worden we getrakteerd op een prachtig zicht over het water met in de verte de kerktorens van Mariekerke en Sint-Amands. We zijn ongetwijfeld in het hart van Scheldeland aangekomen. De veerboot van Moerzeke-Mariekerke brengt ons terug naar de overkant, dichter bij de geboorteplaats van Emile Verhaeren in Sint-Amands. Deze Belgische auteur met een uitgesproken liefde voor zijn dorp en haar volk kijkt sinds 1927 vanuit zijn graf eeuwig uit over zijn geliefde Schelde. Een monument om bij stil te staan.
En hier eindigt ook onze fietstocht en 48 uur in Scheldeland. Of toch niet helemaal. We wandelen nog even verder het dorp in en laten ons verleiden tot een overheerlijke Bretoense pannenkoek in ’t Schipken, een pannenkoekenhuisje verscholen in het sprookjesachtige steegje Dam. Smakelijk!
Je kan het vakantieboek ‘Scheldeland, jouw vakantieland’ met o.a. dit artikel en andere heerlijke tips gratis aanvragen via de website van Scheldeland.
Comments
3 CommentsSam
apr 15, 2018Prachtige foto’s!
Marie-Lise (reislustig.be)
jun 22, 2018Wow, dit bericht doet me mijn thuisstreek in een heel ander daglicht zien.
Prachtige foto’s, en mooi bericht.
Kirsten
mei 13, 2019Moetje weten, dit is mijn geboortestreek en ik ben bijna wekelijks minstens een paar keer op het Noordelijk eiland aanwezig om vogels te spotten en te fotograferen. 🙂
Ook fietsen langsheen de Schelde (Wintam – Temse – Sint-Amands) doe ik zowel ‘s winters als ‘s zomers héél vaak.
Er valt tijdens ieder seizoen immers altijd iets te beleven of bekijken.