Een verloren daguitstap in Asakusa, Tokio
Het is intussen al bijna een jaar geleden dat Jeroen en ik Japan doorkruisten. We hebben al letterlijk duizend keer...
Je ziet ze hier ook wel geregeld, frisdrankautomaten. Maar in Japan neemt het wel schrikbarende vormen aan. Letterlijk op elke hoek van elke straat, en nog enkele keren onderweg, staan frisdrankautomaten. En dan nog niet eentje! Meestal staan ze per twee of drie. Eentje voor de gewone frisdranken, eentje voor de koude koffies of alcoholische drankjes en eentje voor sigaretten.
Tijdens de loden hitte van de zomermaanden komen de frisdranken wel goed van pas. Maar als je ze ook op verlaten landweggetjes tegenkomt, vraag je je toch wel af wie al die automaten in godsnaam onderhoudt?
In Japan zijn ze gek op tekenfilms, anime zoals ze ginder zeggen. En niet alleen de kinderen, ook volwassenen doen gretig mee en tekenfilmfiguurtjes sijpelen zelfs binnen op officiële signalisatie. De politie, stadsdiensten, bedrijven, … allemaal gebruiken ze wel op één of andere manier een kinderlijk getekend figuurtje om hun diensten in de kijker te zetten.
Dat geeft het Japanse straatbeeld meteen zijn uitgesproken karakter. Het is even wennen als westerling om je busdienst aangegeven te zien met een getekende pony, maar na enkele dagen zie je er de charme wel van in. 😉
Hier zijn ze al lang weer achterhaald, de lunaparken van weleer. Vroeger kende je grote speelhallen of verdeed je je zakgeld met arcade games op de kermis. Maar nu zit iedereen achter zijn PC, X-box of PS4. Toch is het lunapark nooit weggeweest in Japan. Meer nog, het is er populairder dan ooit!
De speelhallen vind je terug in grote winkelcentra en zijn soms enkele verdiepingen groot. Wat ze allemaal gemeen hebben, is hun oorverdovend lawaai, flikkerlichten en strikte ‘no photos’ policy. De spellen zijn ook heel anders dan hier. Drummen, dansstapjes, met hamers slaan, … alles is hier veel actiever.
Eén reden voor die populariteit is het ontbreken van uitgaansmogelijkheden voor de jeugd. Japanse tieners kennen geen jeugdhuizen, cafés of fuiven, dus moeten ze elders hun plezier (en/of lief) zoeken.
Ga je naar de meer bekende plekken van Japan dan loop je het risico om overspoeld te worden door horden toeristen. Het is zo dat in Japan de toeristische hotspots ook dé hotspots zijn! Ga enkele honderden meters verder en je ziet geen kat meer. En wat die trekpleister soms ook zijn?! Een druk kruispunt, zoals Shibuya, is dikwijls al reden genoeg om de aandacht te trekken.
Dat maakt het bezoeken van een trekpleister altijd een hele opdracht. Meestal word je omringd door schreeuwerige Chinese toeristen die zich nergens iets van aantrekken. Maar langs de andere kant kan je dan weer van de rust genieten op de minder bekende plekjes. En daar hebben we maar mooi ook de leukste momenten beleefd. 🙂
Japanners lijken zich helemaal niets aan te trekken van industrie in hun achtertuin of vlak naast hun favoriete strand. Ik vermoed zelfs dat ze trots zijn op die bakens van economische “gezondheid”.
Voor ons was het steeds even bang rondkijken of er nergens geen olielek of uitstoot de pret kon bederven. Zo zie je maar hoe ingesteldheid je blik op de wereld kan veranderen. Al zou ik nooit akkoord zijn met een fabriek vlak bij mijn huis.
De Japanners zijn gek. Zo ik heb het gezegd! Pas op, ik houd van Japan en zijn inwoners. Maar het zijn een stelletje zotten bij elkaar. Een deel van hun cultuur is extreme dienstbaarheid, zeker ten opzichte van buitenlanders. Maar soms gaat het er wel wat over.
In een park waar ze tenten voor een beurs aan het opzetten waren, werden we voor de volle 100m door een official door de “gevarenzone” begeleid. Ik snapte het probleem allerminst, het was zeker 50m links en rechts waar er mensen aan het werken waren. En het enige gevaar bestond erin als iemand van die werkers boos zou worden en ons zou aanvallen. Maar iets zegt me dat onze official ons daar niet tegen zou beschermen. 😉
Een ander hilarisch voorbeeld zijn de mannetjes aan de benzinestations die met wapperende vlaggen auto’s van de straat “lokken”. Als er dan een auto oprijdt, springen er nog eens vijf mannetjes met vlaggen recht en leiden de auto al roepend en wapperend net zoals een vliegtuig op een vliegdekschip naar de juiste landingsplaats. We zijn er speciaal tot driemaal toe langs gewandeld omdat het zó absurd was!
Dat Engels, of eender welke andere westerse taal, een struikelblok is voor Japanners is een understatement. Allemaal krijgen ze Engelse les op school, maar bijna niemand die het vloeiend spreekt. Grote boosdoener is natuurlijk het andere alfabet dat meer met lettergrepen werkt dan aparte letters. Ook de ‘L’ wordt zoals het cliché zegt, bijna altijd als een ‘R’ uitgesproken. (al verschilt dat van regio tot regio)
Die taalkundige moeilijkheden vertalen zich ook in het schrift. Er zijn letterlijk duizenden sites gewijd aan het hilarisch verminkt ‘Engrish’ van de Aziaten, maar ik zet hieronder toch ook even onze Japanse voorbeelden. 😉
Ook omgekeerd is er een taalbarrière. Als je als westerling iets wil gaan eten, ben je al bijna verplicht om de grote ketens aan te doen waar ze iets of wat Engels kunnen. Maar je kan je ook aan de lokale restaurantjes wagen met de universele gebarentaal!
In Japan vind je in de etalages van bijna bij elk restaurantje plastieken kopies van de maaltijden die geserveerd worden. Het ziet er ongelooflijk cheesy uit, maar het werkt wel! Als je niet weet wat te bestellen, neem je de ober of serveuse gewoon even mee naar buiten en wijs je je favoriete maaltje aan. Doodnormaal daar!
Soms wordt de plastiek wel ingeruild voor héél verse voorbeelden. Deze kogelvissen bijvoorbeeld. Extreem giftig, behalve voor dat ene stukje. Enkel extreem geschoolde koks mogen deze maaltijd bereiden. En nee, we hebben ons er toch niet aan gewaagd! 😉
Omwille van het extreem goed geregelde en uitgebreid openbaar vervoer in Japan en het plaatsgebrek in de Japanse steden, heeft het niet veel zin om grote, stevige auto’s te hebben. Japanners settelen dan ook meestal voor goedkope, bijna speelgoedachtige autootjes die enkel in Japan te verkrijgen zijn.
Met hun extreem lichte motortjes geraken ze amper een berg op, maar het blokkendesign maakt het wel extreem handig om te parkeren. We hebben er telkens enorm van genoten om deze wagentjes door de straten te zien snorren.
Heb jij voorbeelden van gekke gewoonten in Japan of andere landen? We horen ze graag in de comments!
Comments
6 CommentsClaire
feb 20, 2016Oooh Japan staat op onze short list voor 2016!! Die vlaggende mannetjes zijn wel hilarisch…en wat zou “See’s the Chou-chou” in godsnaam moeten zijn? ?
Wanderer’s Blues
feb 24, 2016Ja, haha, ik kan me er echt niets bij voorstellen ? gekke Japanners toch! Wel zo’ heerlijk land om te bezoeken. Helemaal terecht dat het bij de kanshebbers staat!
Simone | Simone’s Kitchen
feb 22, 2016Hahaha… Het lijkt me zo’n fantastisch land om heen te gaan! En serieus die mannen met vlaggen bij de benzinepomp?? Zie je het hier al gebeuren? Ik denk dat het pompstation direct gesloten zou worden wegens vreemd gedrag.. 😉
Terugblik – februari 2016 – Corners of the World
mrt 1, 2016[…] 3. Ik vind de Vlaamse Marijke een leuke, vlotte schrijfstijl hebben. Deze keer deelde ze enkele opmerkelijke (en toch ook wel grappige) dingen die ze tijdens een reis door Japan tegenkwam. […]
yab
mrt 17, 2016Het is voor Japanners even moeilijk om Engels te leren als het voor westerlingen is om Japans te leren, hoor. Ik heb zelf drie jaar Japans gestudeerd in avondschool en kan mij echt maar heel beperkt uitdrukken. Zelfs westerlingen die al jaren in Japan wonen, beheersen de taal meestal niet. Toch even meegeven dat het Japans twee fonetische alfabetten heeft en verder voor de schriftelijke communicatie vooral de Chinese karakters (kanij) gebruikt.
Wanderer’s Blues
mrt 23, 2016Ja, inderdaad! Jeroen heeft ook drie jaar avondschool gedaan en kon zich ook maar erg beperkt uitdrukken. Hiragana en katakana lukten hem wel, maar die Kanij zijn zo complex. Hij vertelde dat zelfs de Japanners zelf niet alle kanij kennen… ik kan me dat bijna niet voorstellen! Ik zou het omgekeerd dus ook niet beter doen als ik Japans moest schrijven 😉