Marokko en het Atlasgebergte: Tizgui – Tizi Oussem
Dag vijf van onze trektocht door het Marrokaanse Atlasgebergte. De gebruikelijke prachtige zonsopgang blijft uit....
Ik moet eerlijk bekennen dat Afrika niet héél erg hoog stond op mijn lijstje van reisbestemmingen, maar dan plots viel daar een opportuniteit pardoes uit de lucht. Of ik niet mee wilde op werkreis met Jeroen naar Oeganda? Het was de start van een avontuur dat nu een jaar later nog steeds mijn reiszintuigen prikkelt.
Oeganda omschrijft zichzelf als de ‘Parel van Afrika’, het schuurt aan tegen Congo en deelt een grens met Zuid-Soedan. Niet meteen de meest veilige regio’s op deze moment, maar gek genoeg merk je daar amper iets van in de groene pracht van Oeganda. Toch is het geen land dat een grote aantrekkingskracht heeft op toeristen. Er is nog veel armoede onder de bevolking en de regering heeft amper slagkracht, tenzij het gaat om veel te dure visa af te leveren.
We zetten echter onze geopolitieke bril af na het werkgedeelte van onze reis en bevonden ons in het gezellige, chaotische, maar ook prachtige Fort Portal, een stadje in het westen van Oeganda waar we de volgende dag onze gids Dona voor de komende 4 dagen safari in het Queen Elisabeth National Park zouden ontmoeten. De exotische geluiden van de jungle in de verte en de pikzwarte nacht op de evenaar vormden een prachtige welkom voor wat een unieke ervaring zou worden.
Dona leunt nonchalant tegen een uit de kluiten gewassen jeep, hij heeft ons nog niet opgemerkt. Maar van zodra hij twee bleekscheten met te zware rugzakken ziet naderen, veert hij recht en tovert hij een brede glimlach tevoorschijn. In twee tellen heeft hij mijn rugzak al beet en achteraan in de laadbak van zijn jeep gegooid. Jeroen is hem nog net te slim af en glijdt zijn eigen rugzak in de wagen.
De joviale toon is meteen gezet en wetende dat een goedlachse Dona ons de komende dagen op sleeptouw zal nemen, stemt ons gerust. Als complete newbies in midden-Afrika is het toch wat onwennig zonder de gebruikelijke zichten en situaties die je op je gemak kunnen stellen. En ja, we zijn al wel wat gewend, zoals slechte wegen. Maar de weg naar Queen Elisabeth National Park is toch van een heel ander niveau. We rammelen van links naar rechts en botsen regelmatig tegen het dak van de jeep als er écht geen ontkomen is aan één van de honderden putten in de weg.
Het jungle landschap vervaagt stilaan van een ondoordringbare muur van groenschakeringen naar weidse zichten met geeltinten: de savanne! Net voor we het park binnen rijden, zetten we de wereld nog eens op zijn kop door de evenaar over te springen. Maar daarna transformeren we onherroepelijk in gillende fangirls als we ons eerste dier spotten.
Op weg naar onze lodge passeren we in geen bepaalde volgorde een vechtarend, bavianen en een eenzame olifant. Niet slecht voor een snelle rit richting ons eerste safari avondmaal. Maar vooraleer we mogen aanschuiven, neemt de conciërge van de lodge ons mee voor een wandeling in de nabije omgeving van het dorpje Kichwamba. Vulkaanmeren met geïsoleerde hutten beneden in de krater, cacao- en vanilleplantages, pindanoten in de grond, joelende kinderen in vodden, avocado’s aan de bomen, … allemaal passeren ze de revue en allemaal laten ze een veel diepere indruk na dan de belabberde opsomming die ik hier geef. Sommige dingen moet je nu eenmaal beleven vooraleer ze je kunnen beetnemen.
Gelijktijdig met het opdienen van het avondmaal valt de nacht pardoes als een zwart laken over de savanne en de lodge. Het is bijna onmogelijk om zonder licht je kamer te vinden, maar de symfonie van geluiden leidt je recht naar een heerlijke nacht. Onder een muskietennet wel te verstaan. 😉
Ons enthousiasme om wild te spotten is duidelijk overgesprongen op Dona, onze gids. Hij belooft ons een gamedrive ‘from dusk till dawn’. Heel erg vroeg en al volledig uitgelaten klimmen we in de jeep en tuffen we richting de uitgestrekte vlakte. Dona weet een plekje waar ’s morgens vroeg al wel eens een troep leeuwen durft uit te rusten na een nachtje jagen. Daardoor vergeten we bijna om onderweg al te genieten van al het moois dat we passeren.
In het zachte ochtendlicht grazen de gazellen ongestoord kilo’s gras af en achter een struik ligt een kolossaal nijlpaard pampus in een grote modderplas. Plots wapperen drie zwarte kroonkranen, het symbool van Oeganda, met hun vleugels hoog boven ons in een boom. Vliegensvlug brengt Jeroen zijn fototoestel in aanslag en klikt een tiental foto’s in enkele seconden. Langer duurde het schouwspel niet, want dan zijn de prachtige vogels al weer weg.
Dona bewijst dan voor eeuwig en voor altijd zijn status als supergids. Exact op de plek die hij voorspelde, liggen een zestal leeuwen in het hoge gras. We zijn eerst en de leeuwen zijn te moe om zich iets aan te trekken van ons. Dona vertelt ons dat ze dadelijk recht zullen staan en de schaduw gaan opzoeken om effectief te slapen. Het wachten op actie duurt eindeloos. Maar dan eindelijk staan de leeuwen met al hun grillige littekens op en slenteren vlakbij onze jeep naar de overkant van de weg om te verdwijnen in het dichte struikgewas.
Wat. Is. Dat?! Dit is helemaal anders dan in de Leeuwenkoning. Dit zijn geen Simba’s, maar eerder erg magere Scars minus de zwarte manen. Toch geeft de ervaring me het nodige kippenvel. Het is duidelijk geen lachertje om te overleven in de savanne. Het is hier echt vechten op leven en dood, waarvan getuige de vele botten, schedels en andere droog gebleekte beenderen langs de kant van de weg.
We laten het game park even voor wat het is. De zon staat namelijk te hoog en in die hitte laten de dieren zich minder makkelijk zien. Daarom rijden we wat verder om de omgeving te verkennen. Dona toont ons de zoutplassen meer noordelijk. De dieren gebruiken die als ze ziek zijn om te bekomen of om eenzaam te sterven. De mensen ontginnen dan weer het zout en drijven er handel. Het is vreemd om te zien dat wilde dieren en mensen zo dicht bij elkaar leven. Ik kan me niet inbeelden hoe fundamenteel ánders mijn denken zou zijn, als ik steeds moest uitkijken voor gevaar als ik mijn brievenbus wil leegmaken.
In de late namiddag rijden we terug het game park in en hopen we weer op enkele unieke ontmoetingen. Eerst kijken we of de leeuwen van vanmorgen er nog liggen, maar zij hebben duidelijk hun biezen gepakt. Meer dan waarschijnlijk waren ze de constante stroom van toeristen beu. Het luie nijlpaard ligt nog steeds in zijn plas en ook de gazellen zijn weer voltallig aanwezig. Al is het grazen niet zo vredig meer. Dona vermoedt onraad en hij krijgt gelijk.
Met zijn scherpe blik spot hij een leeuw in een veraf gelegen cactusboom. De gazellen passeren er schichtig en schieten effectief weg als het roofdier zich uit de boom laat ploffen. Lui en ongegeneerd gapend sloft de leeuw zich naar een plekje om zich weer neer te vleien. Hij moet duidelijk eerst nog wakker worden vooraleer hij ook maar enige inspanning levert. Een geluk voor de gazellen. En wij genieten nog even van het majestueuze dier vooraleer onze aandacht door een ander natuurfenomeen wordt getrokken. Namelijk de zonsondergang!
Vorige nacht konden we de zonsondergang niet zien, aangezien er een dampend bord lekkers voor onze neus stond. Maar vandaag, in de savanne hebben we zitjes op de eerste rij voor een spectaculaire zonsondergang. In de verte trekt de zon zich achter de bergen en laat een weergaloos kleurenspel de hemel oplichten. En om het geheel nóg dramatischer te maken, krijgen we een dreigende wolk met regen op onze flank die de hemel helemaal paars kleurt en een goddelijke regenboog op onze netvliezen brandt. We blijven als bij wonder droog en smullen als bezeten van al dit moois. Afrika, je hebt meteen onze harten veroverd!
Comments
1 reactieJinthe van leesmee
jun 17, 2018Ocharme die leeuwen 🙁
Maar wat een prachtig land. Parelwaardig!