De vijf beste koffiebars van Leuven
Ik herinner met nog met enig plezier die eerste twee weken dat ik in Leuven woonde en werkte… in het...
De dag voor we vertrokken kocht ik nog zo’n klein reisgidsje over Istanboel en mijn vriend had er vol enthousiasme een stadswandeling in teruggevonden. Dat zou iets voor de eerste dag worden. Nu moeten jullie weten dat ik die morgen nogal ongelukkig over een kassei struikelde en met een pijnlijke, gezwollen, knalblauwe blauwe enkel achter mijn vriend aan strompelde. Daar kwam dan nog eens bij dat de reisgids op z’n zachtst gezegd nogal karig was met informatie over de te volgen route waardoor we op elke straathoek maar wat stonden te draaien. Net toen ik de wanhoop nabij was, merkte mijn vriend een gebouw op dat de hoofdzetel van Boza Vefa bleek te zijn. Geen van beiden wisten we wat het precies was en als we op voorhand hadden geweten dat het een ‘gefermenteerde gierstdrank’ was, hadden we er waarschijnlijk nooit van geproefd.
Het gebouw had nog het meest weg van een oude apotheek met houten kasten en marmer aan de muren. Het zag er ongelooflijk leuk uit. Achter de toog stond en iets oudere man met geweldige snor, koksmuts en Boza-schort omgebonden. Hij paste perfect in het plaatje.
Zonder precies te weten wat te verwachten, namen we een glaasje boza dat afgewerkt was met een snuifje kaneel. We proefden een hapje en werden beiden verrast door een unieke smaaksensatie. De smaak van boza is heel moeilijk te omschrijven. Het houdt zo’n beetje het midden tussen koude, zoete griesmeelpap en gekruide appelmoes. Als ik het zo beschrijf, klinkt het misschien niet echt heel lekker, maar geloof me: het is heerlijk!
Ook de textuur is heel bijzonder. Ten eerste is het vrij dik en kan je het dus best met een lepeltje eten. Ten tweede lijkt het alsof je iets met prik in aan het eten bent, maar als je dan beter proeft, blijkt dat toch niet het geval te zijn. Ook is de vage gistsmaak nog te herkennen aangezien het om een gefermenteerde drank gaat. De smaak van Boza is in feite nog complexer dan het wegennetwerk van Istanbul!
Boza dateert ongeveer van de 10de eeuw en kende zijn hoogtepunt in de Byzantijnse periode. Soldaten van het Byzantijnse leger dronken dit vaak omwille van de hoge voedingswaarde en de enorme hoeveelheid vitamines. Ook bij de gewone bevolking was Boza erg populair, vooral tijdens de wintermaanden. Boza wordt ook in andere Balkanlanden gedronken, al verschilt de smaak van land tot land. In Sarajevo dronken we het bijvoorbeeld ook, maar daar was het veel dunner en proefde je de gist iets te hard naar onze smaak.
Deze drank is amper bekend onder de toeristen en dus zie je in de hoofdzetel vooral locals, van jong tot oud, even binnenspringen voor een Boza. Zo ontdekten we dat er naast kaneel ook geroosterde kikkererwten over de Boza worden gestrooid. Die koopt iedereen dan bij het winkeltje ertegenover. In de winterperiode vind je in Istanboel ook kraampjes met Boza langs de weg, maar de Boza rustig opdrinken in het authentieke hoofdgebouw genoot beslist onze voorkeur. Al wie eens wil proeven van de lokale gewoonten (pun intended) moet dus beslist eens een bezoekje brengen aan de hoofdzetel van Boza. Of zes bezoekjes op vier dagen, zoals wij deden!